zondag 24 mei 2020

Martin

Jaren geleden schreef ik over een oude liefde. Ik schreef dat, toen ik 17 was en de Vormingsklas in Amsterdam deed, ik elke avond langs zijn huis liep. Het maakte dat niet erg interessante jaar spannend. Alleen maar erlangs lopen en de emotie voelen als het licht binnen een keer aanging.
We kenden elkaar van Beverweerd en in een kostschool is omdat je 'opgesloten' zit alles driedubbel intens. Er is alleen dat leven. De rest van de wereld leek niet te bestaan. Hij zat twee klassen hoger. Nadat hij weg was schreven we elkaar.
Toen we in Ganzedijk woonden kregen we weer contact en we schreven een tijd lange brieven. Een keer is hij langs geweest en hadden we een mooie dag. Bij een kopje koffie las hij alle brieven die hij me vroeger had geschreven en die ik natuurlijk zorgvuldig had bewaard. We wandelden in de tuin van de Ennemaborg (Midwolda) en daarna  lunchten we in de zonovergoten tuin van de Vicarie (Imca Marina). Hij schreef dat hij met de auto een keer voor de deur in Duitsland had gestaan. Ruim drie maanden geleden liet hij me weten ernstig ziek te zijn, Een kwaadaardige kanker in de lever. HCC. Gisteren de rouwkaart die op zich niet mooier kan zijn. Hij wandelend in het bos, omgeven door licht. En twee gedichten een van J.H. Leopold en de ander van hemzelf. Die van Leopold zal ik weergeven.

Ik las net terug en hij stuurde eens een bordje met dit erop:

If it is to be
It is up to me

Martin was een heftige, warme persoonlijkheid, strijd en vechtlustig. Hoe hij in Frankrijk, ItaliĆ« of Spanje kon genieten van goed eten, van de natuur, van soms heel vluchtige contacten was exceptioneel. (Hij gebruikte dit soort woorden zelf altijd dus ik vind het leuk om dat nu ook te doen. Dit is uiteindelijk een ode aan hem). En dan ook nog hoe hij dat kon beschrijven. Ik proefde de sfeer en de liefdevol gemaakte streekgerechten waar hij altijd alles over wilde weten. We hadden de afgelopen jaren geen frequent contact. Wel altijd op belangrijke dagen en als het nodig was. Alleen al dat ik aan hem dacht maakte hem gelukkig. Het is zo eenvoudig te denken aan wie bijdroeg. Ik zal altijd aan je blijven denken lieve Martin.



‘O, ALS ik dood zal, dood zal zijn
kom dan en fluister, fluister iets liefs
mijn bleeke oogen zal ik opslaan
en ik zal niet verwonderd zijn.
En ik zal niet verwonderd zijn;
in deze liefde zal de dood
alleen een slapen, slapen gerust
een wachten op u, een wachten zijn.’

 J.H. Leopold