maandag 16 mei 2022

Dovenetel

Dovenetel is er in wit, paars en geel. Hier groeit vooral gele maar ook witte. Dovenetel groeit en bloeit van maar tot in oktober. 
De naam dovenetel komt van de oude betekenis doof = niet werkend, gedoofd. De bladeren en stengels lijken sterk op die van de brandnetel, maar hebben geen netels met mierenzuur. Geen last dus als je ze aanraakt.

De hele plant is geneeskrachtig, bloedstelpend, diuretisch, en een tonicum.
Thee van witte dovenetel kan gebruikt worden voor de spijsvertering, bij ademhalingsproblemen en het is goed voor de blaas. Gekneusde blaadjes kunnen op snijwondjes worden gelegd
In Frankrijk werden de jonge scheuten van dovenetel vooral tot de Eerste Wereldoorlog als groente gegeten.
De bloemetjes zijn zoet (bijen met een korte tong prikken er een gaatje in om de nectar eruit te zuigen) en kunnen in een toetje of door een beslag. Fijngesneden blaadjes en bloemetjes zijn lekker door een salade. 
Veel dovenetel plukken (stelen niet gebruiken, alleen als ze heel jong zijn) en klein snijden. 
Een paar minuten stoven. Bloem erdoor en groentebouillon erbij. Even laten pruttelen. Lekker met gekookte aardappelen, rijst of een ander graan.
De wortels van dovenetels kunnen worden gekookt en in een salade worden verwerkt.